‘Huidig schrijven wordt tot u gericht zonder enige nadelige erkenning en onder voorbehoud van alle rechten.’

Deze zin of een variant ervan staat in zowat elke ingebrekestelling. Een jurist-blogger bekende zelfs dat dit zijn meest gebruikte beroepszin was.

Reacties bleven niet uit. Onder meer van radio 1-presentator Koen Fillet: “Komaan, herformuleer die zin eens in mensentaal. Als je hem zo vaak gebruikt, loont dat de moeite. Je gaat daar jarenlang plezier van hebben, en je geadresseerden nog meer.”

In dit geval bleek die geadresseerde een juridische leek te zijn die dringend een factuur moest betalen. Maar een niet-jurist begrijpt niets van bovenstaande vage formulering. Dat wordt anders als u de zin concreter maakt.

Bijvoorbeeld:

“Deze ingebrekestelling belet niet dat wij mogelijk andere stappen zetten om het verschuldigde bedrag te innen. Verder kan de inhoud van deze brief nooit in het nadeel van mijn cliënt uitgelegd worden.”

Twee zinnen, maar wél concreter, dus effectiever.

Voordeel: als uw lezer begrijpt wat u schrijft, zal hij sneller de juiste conclusie trekken zodat u vlotter uw doel bereikt.

Als u toch gehecht bent aan vage juridische frasen, gebruik die dan hooguit in brieven aan ingewijden.

Is uw lezer geen jurist, dan herformuleert u zulke zinnen best in mensentaal. Dat kan onder meer door vage taal concreter te maken. Veel doeltreffender!

Share This